OPBR verheldert en verenigt

Minister van Landbouw op bezoek bij melkveehouder Ard van Veen

Dinsdag 11 oktober bezocht minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Piet Adema de Bodegraafse melkveehouder Ard van Veen. Anderhalf uur lang gaf de boer de minister een college over de praktijk die hoort bij de Haagse theorie.
Foto: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (c) Sean van der Steen

Een half jaar geleden kwam de voorganger van Piet Adema, Henk Staghouwer, ook al langs bij melkveehouder Ard van Veen. Dat beviel beide partijen goed. Dus de dag dat Adema werd aangesteld, stuurde Ard een brief om hem ook uit te nodigen om de theorie in de praktijk van het Groene Hart te zien.

Een paar dagen later stond hij op de stoep en hij nam uitgebreid de tijd voor de Bodegraver. Drie kwartier liepen ze rond over de melkveehouderij en drie kwartier zaten ze met koffie aan de keukentafel. Er kwamen allerlei onderwerpen voorbij, maar het voornaamste was natuurlijk de stikstofdiscussie.

Juridisch gesteggel

Het natuurgebied Nieuwkoopse Plassen is het meest bepalend voor de stikstofnormen in het Groene Hart. Daar is een aantal jaar geleden bijvoorbeeld al vastgesteld dat de kritische depositiewaarde (KDW) erg streng is. Er werd een natuurherstelplan opgesteld en de natuur floreert, ondanks dat er nog steeds veel stikstof is. “Dat laat een van de kernpunten van de boerenkritiek zien: de KDW is niet zaligmakend,” legt Ard uit. “Maar het is nu wel de enige meetmethode die juridisch standhoudt.” Ard moedigt de plannen voor een ecologische autoriteit die breder kijkt dan de KDW dan ook aan.

De andere kant van het verhaal is de reductie van stikstof. Ook hier is het eigenlijk een juridisch probleem, ziet Ard. “Juridisch is de enige manier om genoeg stikstof te reduceren het aantal koeien te reduceren. Nieuwe technieken – die écht werken – houden nog geen stand bij de rechter.”

Ard geeft als voorbeeld zijn emissiearme stalvloer, al kan hij zo nog tien technieken noemen. “Als je goed met de stalvloer omgaat, kan die 50 procent reductie verzorgen. Maar werk je niet volgens het boekje, dan haal je dat niet. Omdat er nu nog geen manier is om te controleren of je netjes gewerkt hebt, is het voor de overheid niet goed genoeg.”

Boerentaal

Het laatste dat Ard de minister meegaf, is dat hij de taal van de boeren moet blijven spreken. Ard pleit voor een klankbordgroep van boeren, waar plannen eerst worden voorgelegd. “De toon maakt de muziek en bij dit onderwerp liggen de woorden heel gevoelig. Dat zag je ook bij de stikstofkaart van minister voor Natuur en Stikstof Van der Wal. De bedoeling was misschien niet slecht, maar het kwam over alsof er voor veel boeren geen andere keuze was dan te stoppen.”

Na het bezoek aan Ard sprak de minister voor zo’n honderd verzamelde boeren in het Wierickehuis in Nieuwerbrug. De emotie was daar sterker te voelen dan bij de nuchtere Ard, maar de thema’s waren gelijk en de afdronk was gematigd positief.

In gesprek in het Wierickehuis in Nieuwerbrug met ruim honderd boeren uit het Groene Hart. Op de foto Piet Adema in gesprek met op de eerste rij onder andere wethouder Dirk Jan Knol en melkveehouders Jorden Oostdam en Ard van Veen. Foto's: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (c) Sean van der Steen

Reductie is haalbaar

Vrijdag 14 oktober komt het kabinet met een reactie op het stikstofrapport van Johan Remkes. Ard is benieuwd, maar verwacht geen schokkende uitspraken. “Ze zullen waarschijnlijk het rapport complimenteren en zeggen dat ze de aanbevelingen zo goed mogelijk gaan opvolgen. Het valt of staat uiteindelijk met de uitwerking.”

Als die goed zit, is het doel van 50 procent reductie in 2030 zeker haalbaar, denkt Ard. “De eerste 10 procent hebben we al te pakken met boeren die zijn gestopt sinds 2018, en er zullen er op natuurlijke wijze nog wel wat stoppen. Verder zal iedereen zijn steentje bij moeten dragen. Zelf zit ik al vrij scherp, maar ik denk dat ik toch nog eens 50 procent kan reduceren.”

Ja, ik wil op de hoogte blijven!