OPBR verheldert en verenigt

‘Voor niks komt de zon op, maar de zon komt niet voor niks op’

Is biobased bouwen de toekomst? Wat heb je aan een duurzaamheidsadviseur? En is er nog wel ruimte op het energienet? De antwoorden op deze vragen vonden ruim zeventig ondernemers maandag 27 november op het symposium ‘Maak duurzaamheid concreet. Naar een toekomstbestendig bedrijf’ van OPBR Duurzaam.
driss-2_web

Gastheer en vestigings-directeur van Unica Marcel van Liere opende de avond met een presentatie over zijn ‘oogstrelende en duurzaam gerenoveerde’ pand in Bodegraven. Het gebouw uit de jaren 70 was vóór corona grijs, oncomfortabel en had niet eens een energielabel. Dat kon echt niet meer, zeker niet voor een bedrijf dat zelf installeert.

Lead engineer Arie Kraaijeveld nam hier het stokje over en vertelde over de keuzes die Unica moest maken. “Ineens waren we niet alleen installateur, maar ook gebouweigenaar, huurder en gebruiker. En elke pet betekende een andere ambitie en ander budget.”

Het bedrijf ging voor energielabel A door onder andere de buitengevel te isoleren, de ruiten te vervangen, een warmtepomp en ledverlichting te installeren en zonnepanelen te plaatsen. “Het leverde ons uiteindelijk zelfs A++ op!” zegt Arie. “En veel meer werkgeluk,” vult Marcel aan.

Win-win-win

De volgende spreker was Jan Willem van de Groep van de Nationale Aanpak Biobased Bouwen (NABB). Hij vertelde over de grote plannen om de uitstoot van de bouw te reduceren én boeren een extra verdienmodel te geven via de teelt van bouwgewassen. “We proberen vraag en aanbod samen op te schalen en biobased ondernemers het vertrouwen te geven dat zij over een paar jaar de norm zijn. Dan levert biobased bouwen een win-win-winsituatie op.” Lees meer over de NABB in de krant van vorige week.

Tekst loopt verder onder de afbeelding.

Jan Willem van de Groep vertelde hoe gewassen straks ‘van land naar pand’ gaan.

Tijd en kennis

Hierna was het de beurt aan Iida Iloniitty, die 2 jaar geleden is begonnen als duurzaamheidsadviseur bij kaasgigant Vandersterre. Het familiebedrijf wil nog een paar generaties mee, dus haalde Iida binnen om de bedrijfsvoering toekomstbestendig te maken. Ze werd aangetrokken door de eerlijkheid van Vandersterre dat ze nog maar aan het begin van hun transitie zaten. “Jonge, gedreven mensen zoals ik willen impact maken. Waar kan dat beter dan bij een kaasbedrijf dat nog weinig met duurzaamheid heeft gedaan?”

Iida berekende de emissies, zette een strategie uit en heeft inmiddels al meer dan tien concrete maatregelen genomen. “Een bedrijf als Vandersterre kan duurzaamheid er niet ‘even bij doen’,” zegt Iida. “Door de steeds hogere eisen en verplichte rapportages is daar echt tijd en specialistische kennis voor nodig.”

Energie voor de gemeenschap

Driss Bakkali van Allround Cleaning Service vertelde over de zonnepanelen die hij op zijn dak had laten plaatsen in samenwerking met de Energiecoöperatie Bodegraven-Reeuwijk. “Daarmee is mij ontzettend veel werk uit handen genomen,” vertelt Driss. “Begin dit jaar zaten we om tafel en in september lagen de panelen op het dak. Ik heb een paar jaar daarvoor thuis zonnepanelen laten installeren en dat heeft me meer tijd gekost!”

In ruil voor dat projectmanagement is een deel van de zonnepanelen van de Energiecoöperatie, die daarmee energie opwerkt ten behoeve van de gemeenschap. Driss: “Dat past ook bij mij. Waar ik vandaan kom, heb ik geleerd om het kleine beetje dat we hadden te delen. Het eerste wat ik in Nederland leerde is dat voor niks de zon opgaat. Maar de zon gaat niet voor niks op.”

Tekst loopt verder onder de afbeelding.

De ondernemers in het publiek luisterden aandachtig.

Plan vooruit

Tristan Wanders van Stedin legde uit hoe het energie-net ervoor staat in de gemeente: verrassend goed! In Reeuwijk is nog ruimte voor nieuwe energieopwek en in Bodegraven, Nieuwerbrug, Driebruggen en Waarder is zowel voor opwek als voor afname nog voldoende capaciteit op het hoofdnet. Er kan nog wel verzwaring van het net nodig zijn op wijk- of straatniveau.

Ondanks het positieve nieuws drukte Tristan de ondernemers op het hart Stedin mee te nemen in hun verduurzamingsplannen. “De transitie gaat hard, dus geef zo vroeg mogelijk je plannen door, ook als dat een meerjarenplan is om stap voor stap je wagenpark te elektrificeren. Hoe beter wij weten waar vraag is, hoe beter wij daarop in kunnen spelen.” Ondernemers kunnen contact opnemen via fm_prognose@stedin.net.

Waardeer de windmolen

Ten slotte vertelde agrariër Coen Hagoort over de 15 meter hoge windmolen die hij 2 jaar geleden op zijn erf heeft geplaatst. “Ik heb eerst 3 jaar gewacht op toestemming van de provincie en ben daarna nog 2 jaar bezig geweest met de gemeente. Achteraf gezien was ik een pilot, het lijkt nu wel soepeler te gaan.”

Coen vindt het jammer dat het woord ‘windmolen’ zo beladen is, terwijl die een belangrijke bijdrage kan leveren aan de energietransitie. “Mijn windmolen wekt net zoveel energie op als zestig zonnepanelen en levert de energie veel meer gespreid over de dag, wat goed is voor het energienet. Bovendien is het een volledig Nederlands product dat bestaat uit een stalen buis en wieken van larikshout, dus hij heeft een veel lagere milieu-impact dan zonnepanelen. Ik zeg: gemeente en boeren, ga aan de slag!”

Coen Hagoort pleitte voor meer waardering voor windmolens.

Ja, ik wil op de hoogte blijven!

Aanmelden nieuwsbrief
Sluiten