OPBR verheldert en verenigt

Help, ik zoek personeel!

In diverse sectoren is geen personeel meer te vinden. Ondernemers, ook in onze gemeente, zitten met de handen in het haar. De schuld wordt vaak gelegd bij het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Maar is dit terecht?
marjanvdwel

Beroepsonderwijs


De algemene klachten over het middelbaar beroepsonderwijs zijn een gebrekkige aansluiting op het bedrijfsleven en te weinig leerlingen. Die ook nog eens niet gemotiveerd genoeg zijn, volgens velen. Marjan erkent het probleem: “Het onderwijs is vaak onvoldoende op de hoogte van wat er echt op de werkvloer speelt. De stagebegeleiders zijn daardoor onvoldoende gesprekspartner voor een bedrijf. Ook kan meer gedaan worden om studenten te enthousiasmeren en informeren over het toekomstige werk.” Een harde conclusie, die overigens niet voor alle mbo’s opgaat. Daarbij mag het bedrijfsleven ook naar zijn eigen rol hierin kijken.

Bedrijven kunnen actief meedoen om het onderwijs op een hoger plan te krijgen. Ze kunnen meedenken over de inhoud van het onderwijs, bijvoorbeeld via werkveldcommissies van een mbo-school. Ook het enthousiasmeren van studenten is geen taak van het onderwijs alleen. Marjan: “Een concept als ‘VMBO On Stage’ is er om vmbo-leerlingen kennis te laten maken met beroepen en potentiële werkgevers in de regio. Het initiatief voor zo’n lokaal of regionaal evenement wordt vaak in samenspraak genomen. Het zou geweldig zijn als we in onze gemeente het voortouw nemen om dit concept in de regio op te zetten.”

Traditie

Voordat er allerlei oplossingen worden aangedragen, is het zaak om te kijken naar de scholen waar het goed gaat. Welke lessen leren we hieruit? Het Hoornbeeck College, dat met zes vestigingen een grote mbo-school is, scoort bij veel werkgevers goed als het gaat om begeleiding vanuit school en gemotiveerde studenten. Marjan, die op dit moment onder meer werkzaam is bij verschillende mbo’s weet wel waar dat aan ligt. “De mentaliteit van docenten op een reformatorische school zoals het Hoornbeeck College is anders dan op een reguliere school. Datzelfde geldt voor de studenten. Reformatorische studenten komen vaak uit een traditioneel gezin. Een ambacht leren is voor hen belangrijk, net zoals het leveren van een bijdrage aan de maatschappij. Wat zij meekrijgen is gezag en tucht.”

Aanwas technische studies

Het woord traditie valt ook als het gesprek gaat over de sterk gedaalde interesse voor technische studies. “Studenten enthousiasmeren is een enorme uitdaging,” zegt Marjan. “Zeker als je ze enthousiast wilt maken voor techniek.” Een jaargang met slechts vijf leerlingen voor de opleiding elektrotechniek bij een regionale mbo-school; het is de realiteit van 2018. Dit zorgt voor grote problemen, nu al. Marjan: “De aanwas voor technische studies is schrikbarend laag. Dat begint al op de middelbare school: weinig scholieren kiezen voor techniekprofielen. De keuze valt vaker op handel of marketing, richtingen die nu populair zijn onder vooral allochtone studenten. Zij kiezen zelden voor technische beroepen. De crux voor hen ligt ’m in het ontbreken van passende rolmodellen en een onterecht beeld dat techniek ‘vuile handen’ betekent. Kinderen die opgevoed worden in een westerse traditie kennen altijd wel een oom, buurman of de ouder van een vriendje die een technisch beroep heeft. Het is voor hen niet gek om timmerman of elektricien te worden. Maar als je die voorbeelden in je directe omgeving mist, komt het gewoon niet in je op dat dit beroep voor jou geschikt kan zijn.”

Masterclasses

Het nieuwe college van Bodegraven-Reeuwijk geeft aan in te zetten op ‘betere verbindingen tussen het bedrijfsleven, het onderwijs en de arbeidsmarkt’ en noemt daarbij het beter aansluiten van aanbod van onderwijs en Ferm Werk op de vraag vanuit de arbeidsmarkt. Ook geeft het college aan om masterclasses op mbo-niveau te willen organiseren.

Op regionaal niveau valt zeker met een opleidingsinstelling te praten, is Marjan’s ervaring. De school is er ook bij gebaat dat het bedrijfsleven bij hen aanklopt. “ Er zijn goede voorbeelden waar mbo-studenten hun diploma halen en daarnaast specifieke kennis opdoen voor een bepaald bedrijf. Een deel van het onderwijsprogramma wordt dan gegeven op locatie bij het bedrijf. Voor de lijn Alphen-Gouda heeft NS bijvoorbeeld in samenwerking met een Rotterdams mbo 15 machinisten op laten leiden. Mbo’s kunnen kijken welke bedrijven mensen vragen en dan samen met dat bedrijf een deel van een opleiding ontwikkelen. Daar zou een makelaar tussen moeten zitten die zowel de bedrijfstaal als de onderwijstaal spreekt. Je moet dit wel regionaal bekijken, twee bedrijven is te weinig om het van de grond te krijgen.”

“Bedrijfsleven en scholen kunnen daarnaast samen optrekken in ontwikkeling van keuzedelen. Mbo-studenten kunnen een keuzedeel kiezen, een soort aparte module in het onderwijs. Keuzedelen zijn bedoeld om de school met de regio te verbinden. Hier liggen dus kansen voor bedrijven, maar ook hier geldt dat de regio waarschijnlijk net wat groter moet worden getrokken dan alleen Bodegraven-Reeuwijk. Zoek daarom samenwerking met de gemeenten om ons heen.”

Spiegel


Kijk als werkgever door de ogen van een werkzoekende. Is jouw bedrijf wel toegankelijk genoeg voor álle sollicitanten en niet alleen voor de groepen die jou traditioneel al weten te vinden?

(Bij)baantje

Er zijn meer branches waar een schreeuwend tekort aan personeel is, zowel aan vaste, tijdelijke als oproepkrachten. Neem bijvoorbeeld de horeca waar je met een zaklamp moet zoeken naar koks en bedienend personeel. Hetzelfde geldt voor vakkenvullen in de supermarkt of vergelijkbare baantjes.

Het kan voor sommige werkgevers geen kwaad om eens in de spiegel te kijken. Hoe flexibel ben jij als werkgever? Sluit jouw vraag aan op de wens van de jongere die een baan zoekt? Als een 17-jarige weet dat hij of zij na een jaar afgedankt wordt als vakkenvuller vanwege zijn of haar leeftijd, waarom zou ‘ie dan überhaupt nog gaan solliciteren? Baantjes genoeg waarin je inzet wél gewaardeerd wordt. Misschien helpt het smeden van een samenwerking met bedrijven waar jongeren na hun 18e naartoe kunnen. Dit soort oplossingen liggen niet klaar op de plank, maar door elkaar je probleem te vertellen, creëer je wel een basis voor andere ideeën dan die nu worden toegepast. Marjan: “Het moet een thema worden op ondernemersbijeenkomsten, samen heb je zoveel meer ideeën dan in je eentje.”

Drempels

Mensen met een beperking zien zichzelf ook niet snel functioneren als arbeidskracht. Zeker in beroepen waar je geen diploma nodig hebt, hebben potentiële werknemers last van drempels. “Ze willen wel, maar weten niet hoe solliciteren werkt”, volgens Marjan. “Een werkgever kan zich wat bewuster worden van de drempels die hij of zij niet meer ziet, maar die er voor sommige sollicitanten wel degelijk zijn. Het helpt enorm als je hierover met anderen spreekt, een ander paar ogen zien altijd weer meer dan jij.”

Wees duidelijk

Benader het vinden van medewerkers op een vergelijkbare manier als het vinden van nieuwe klanten. Bij het werven van nieuwe klanten verplaats je je in diens vraag en vertel je zo duidelijk mogelijk hoe jij die vraag kunt beantwoorden. Net als potentiële klanten hebben ook potentiële medewerkers wensen en vragen. Wees helder over wat jij te bieden hebt, verplaats je in de situatie van je potentiële medewerker en besef dat diens vragen zeker niet alleen gaan over salaris. Hoe vul jij goed werkgeverschap in?

Inventarisatie


Maakt het probleem inzichtelijk

Alvorens meteen mogelijke oplossingen te gaan bedenken en uit te voeren is het in kaart brengen van de omvang van het probleem gewenst. Marjan: “Maak het inzichtelijk. Zoek elkaar dan als bedrijven op en vorm een collectief dat met het probleem, of een deel ervan, aan de slag gaat. Dat vraagt om creativiteit, flexibiliteit en lef.” Het OPBR speelt hier graag een rol in en verwacht in het najaar van 2018 een inventarisatie te houden. 

Ja, ik wil op de hoogte blijven!